Terugblik op voorjaarsbijeenkomst 2016


Op 16 april is onze voorjaarsbijeenkomst in het Instituut Blankestijn (instituut voor
particulier onderwijs) waar wij opnieuw hartelijk worden ontvangen door directeur Frans
van Heijningen.

Reizen door Insulinde

Na de jaarvergadering luisteren we eerst naar de voordracht van Kees
Snoek over de reizen die Eddy du Perron heeft gemaakt in het zijn zo geliefde Indië.
Er liggen foto’s van een aantal plaatsen die hij heeft bezocht.

Du Perron is niet zo bekend geworden door zijn beschrijvingen over de natuur, we kennen
hem voornamelijk door zijn menselijke verhoudingen en dan is de natuur vaak meer decor.
Een voorliefde had Du Perron voor de Preanger: het Indische landschap met ketens van
bergen, waarin groen de hoofschotel blijft. Als hij in 1936 samen met zijn gezin terug is in
Indië, bezoekt hij diverse plaatsen: zijn ouderlijk huis, de Boroboedoer en de decennia
eerder gebouwde hindoeistische tempels, Tjitjoeroeg en Bandoeng. Van zijn bezoeken
maakte hij notities voor zichzelf: aantekeningen in telegramstijl over de plaatsen die hij
allemaal heeft bezocht. Dit doet hij niet om te zwelgen, maar om nieuwe indrukken op te
doen voor een nieuw te schrijven boek over Indië. Helaas heeft Du Perron dit nooit af
kunnen maken. Van zijn eerste trips door Tjitjoeroeg schreef hij wel drie artikelen voor het
Vaderland, met de bedoeling dat deze in een vaste rubriek zouden worden opgenomen.
Helaas vond de redactie de stukken “te moeilijk” voor de lezers.

Deze voordracht is al gepubliceerd in de de Feestbundel ter ere van het afscheid van Olf
Praamstra. Een tint van het Indische Oosten, reizen in Insulinde 1800-1950.

Correspondentie van de gehuwde geliefden van Bellevue tot Bergen

In mei 1932 doen de geliefden Eddy en Bep bericht van hun huwelijk en vertrek naar het
buitenland, maar daarmee woont het paar niet meteen bij elkaar: er staan nl. twee
verhuizingen op stapel. Kees Snoek heeft een selectie gemaakt uit de brieven van Eddy en
Bep in de periode tussen mei 1932 en mei 1940. Kees Snoek (als Eddy), Wilma Scheffers (als
Bep) en Reinder Storm (verbindende teksten) lezen de passages voor en slagen erin – zonder
enige uiterlijke gelijkenis met Eddy en Bep – hun beider stem en persoon overtuigend tot
leven te brengen. In de brieven over de verhuiscomplicaties zien we dat Bep Eddy de volle
laag geeft als hij een lening afsluit om de verhuizing en koop van meubels te bekostigen.
Haar vader kan hen immers geld lenen en dat zonder rente. Eddy geeft toe en stort het geld
terug. De periode in Bellevue is de gelukkigste en meest vruchtbare periode, maar Eddy en
Bep zijn door de kommervolle finaciele situatie genoodzaakt om naar een goedkopere
kamer in Parijs te verhuizen. Als Bep in die periode bij haar vader logeert, schrijft Eddy haar
dat hij blij is dat zij even prettig bij haar vader kan zijn. In deze periode doemen Eddy’s
worstelingen met zijn ‘retrospectieve jaloezie’ op Beps vroegere geliefde Johan de Meester
ook weer op. Dit neemt zulke vormen aan dat hij in januari 1936 zelfs in Nederland verblijft
met de bedoeling met dit heerschap ‘af te rekenen’.

Ook als het gezin in de periode 1936-1939 in Indië verblijft, corresponderen Eddy en Bep
met elkaar, want als zij niet bij elkaar zijn, pakken zij allerlei werkzaamheden aan om geld te
verdienen. In de brieven gaat het dan vaak over hun beider gezondheid: Bep kon niet goed
tegen het klimaat en Eddy’s hartproblemen beginnen hem hier al parten te spelen. Eenmaal
terug in Holland volgen de laatste brieven van Eddy vanuit Den Haag, waar hij in het archief
werkt, naar Bep in Bergen. Na Eddy’s laatste brief van 10 mei 1940 waaruit blijkt dat hij zich
helemaal niet goed voelt, blijft het een tijd stil in de zaal, waar de aanwezigen haast
ademloos hebben zitten luisteren naar deze boeiende correspondentie.